SV | Maar wanneer hij van zijn erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn knechten, die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den vorst wederkeren; het is immers zijn erfenis, zijn zonen zullen het hebben. |
WLC | וְכִֽי־יִתֵּ֨ן מַתָּנָ֜ה מִנַּחֲלָתֹ֗ו לְאַחַד֙ מֵֽעֲבָדָ֔יו וְהָ֤יְתָה לֹּו֙ עַד־שְׁנַ֣ת הַדְּרֹ֔ור וְשָׁבַ֖ת לַנָּשִׂ֑יא אַ֚ךְ נַחֲלָתֹ֔ו בָּנָ֖יו לָהֶ֥ם תִּהְיֶֽה׃ |
Trans. | wəḵî-yitēn matānâ minnaḥălāṯwō lə’aḥaḏ mē‘ăḇāḏāyw wəhāyəṯâ llwō ‘aḏ-šənaṯ hadərwōr wəšāḇaṯ lannāśî’ ’aḵə naḥălāṯwō bānāyw lâem tihəyeh: |
Maar wanneer hij van zijn erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn knechten, die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den vorst wederkeren; het is immers zijn erfenis, zijn zonen zullen het hebben.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar wanneer hij van zijn erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn knechten, die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den vorst wederkeren; het is immers zijn erfenis, zijn zonen zullen het hebben.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!